Rond de 1600 mensen kwamen af op de open dag van Isala Diaconessenhuis in Meppel. Kinderen met zieke knuffels, ouderen die meer over diabetes en een knieprotheses willen weten en jongeren die zich komen oriënteren op een baan of opleiding in de zorg.
De tweelingzussen Vos- Brinkman uit Staphorst bleven waarschijnlijk het langst van iedereen. Ze hadden een gezellige dag en maakten met veel mensen een praatje. Halverwege de route was het toch even tijd voor kopje koffie.
De reactie van de bezoekers zijn enthousiast. ‘Ik heb in Sophia gewerkt’, vertelt Hans Lentelink. ‘En geef nu rondleidingen in het
ziekenhuis in Zwolle. Leuk om het verschil te zien tussen beide ziekenhuizen. Het ziet er keurig uit hier. Interessante informatie en leuke medewerkers die hun verhaal enthousiast vertellen.’
Bij rondvraag wat het meest wordt gewaardeerd is het antwoord steevast de OK, maar ook het laboratorium scoort hoge ogen. Een vrouw vertelt dat ze zelf binnenkort een nieuwe knie nodig heeft. ‘Interessant om vast die prothese te kunnen zien en op de OK te kunnen kijken.’
Een andere mevrouw vertelt dat zij 35 jaar geleden zelf op een laboratorium heeft gewerkt, in Doetinchem. ‘Dus ik vond het lab heel interessant. Er is veel veranderd.’ Anouk volgt een opleiding tot verpleegkundige. ‘Maar daarna wil ik verder leren. Mooi dat ik mij op de opleidingsmarkt heb kunnen oriënteren.’
Buiten staat een ambulance, ook dat is altijd leuk om even van binnen te bekijken. Een van de eerste stops, is de gipskamer. Rolletjes gekleurd gips liggen klaar voor alle knuffels met gebroken poten, slurven en staarten die nog zullen binnenkomen. Ook blijken er veel knuffels en poppen te zijn met hartproblemen.
Waar de ouders zich laten informeren over onderzoeken en hartrevalidatie, laten de kinderen een hartfilmpje maken van hun dierbare knuffel. Met serieuze blikken volgen ze de handelingen van de verpleegkundige. Een print van het filmpje kan in het boekje worden geplakt.
Bij de röntgen is het ook druk. Veel poppen en knuffeldieren blijken last van de buik te hebben. Poppenmoeders en knuffeleigenaren mogen zelf de foto maken…en wat blijkt…ze hebben een muntje ingeslikt. Het advies is om de knuffel goed te verzorgen en op zijn ontlasting te letten. Een jongen knikt resoluut met zijn hoofd. Dat gaat hij zeker doen.
Knuffels die heel ziek zijn, kunnen nog een prikje halen, maar dat is toch wel spannend en ook wel een beetje zielig. ‘Mijn pop voelt zich al weer een stuk beter’, verzekert een jong meisje de medewerker die het prikje wil zetten. ‘Het is niet meer nodig.’ Aan het einde van de berenroute kunnen de kinderen op de foto met hun beer of pop.
Kinderarts Joke Potjewijd onderzoekt samen met een meisje haar knuffelpoes Dikkie Dik. Ook luisteren ze samen naar het hartje van het meisje. Ze is totaal niet bang, want ze vertelt trots dat ze zelfs een prikje in de vinger heeft gehad.
Ook de medewerkers kijken terug op een drukke, maar leuke. ‘Mensen zijn echt belangstellend en stellen goede vragen. Leuk om zo je werk te kunnen laten zien.’
Lees ook: